Ziekenhuisopnames komen op allerlei manieren tot stand. Mensen kunnen vandaag de dag zelf hun operatie plannen, soms worden ze geadviseerd door de huisarts om naar het ziekenhuis te gaan en soms ontstaat de noodzaak voor een opname plotsteling. Voor de laatste categorie patiënten en hun naasten heeft een opname vaak veel impact, immers ze kunnen zich er niet op voorbereiden. Zeker wanneer er haast in het spel is, zoals bij een reanimatie.
Mensen die gereanimeerd worden en dat vervolgens overleven hebben te maken met een heel bijzondere situatie. Namelijk één die vaak voor de naasten als veel indringender is ervaren dan door hen zelf. Iemand wordt wakker, al ware het een slaap, en kan niet goed bevatten wat er allemaal is gebeurd tijdens de periode van ‘’afwezigheid’’. Vaak dreunt de echo een tijd na en komt stukje bij beetje de ervaring binnen. ‘Wat is mij eigenlijk overkomen?’
Zo sprak ik met een patiënt tijdens zijn ziekenhuisopname over zijn ervaring. En hij kwam met een heel bijzondere brief. ‘Dit moet je eens lezen’, zei hij. Op prachtig briefpapier overhandigde hij mij een handgeschreven tekst. ‘Dit was van de patiënt naast mij op de intensive care van het AMC’, vertelde hij mij. ‘Ze heeft veel aan mij gehad, en dat terwijl ik er zelf totaal geen herinneringen aan heb.’
Samen namen we de brief door. In de brief vertelt de mevrouw om wie het gaat dat ze deze man als medestander beschouwt. Ze zitten als het ware in hetzelfde schuitje. Zijn strijdbaarheid, het geluid dat hij maakt, zijn menszijn geeft haar vertrouwen en ook een beetje een houvast in een omgeving die voor mevrouw vreemd moet zijn geweest. En in die vreemde omgeving heeft ze zich misschien ook wel wat eenzaam gevoeld. En dan is daar de naaste, slapend dat wel. Maar toch, iemand die ook mens is. Die dit met haar deelt, zij het passief. Samen vechtend voor hun levens. Mevrouw voelt ook een opdracht, zo schrijft ze: ‘Ik zal je laten weten hoe het je vergaan is. Hoe het ons vergaan is, eigenlijk. Zodat je later ook weet dat je mij tot steun bent geweest.’
In dit voorbeeld gaat het in de diepste vorm over presentie. Zo vaak denken we woorden nodig te hebben om allerlei problemen aan te kaarten. Maar woorden helpen niet altijd, zijn soms overbodig en staan ook weleens in de weg. Soms volstaat gewoon “er zijn”. Wat fijn dat je er bent. Dat ik niet alleen overgeleverd ben aan deze situatie.
Hartelijke groet,
Ben Rumping
Deze blog is met toestemming van de betrokken patiënt gemaakt
Meer ervaringsverhalen
De Grote Roerganger
Soms treft een bepaalde uiting van een patiënt mij dusdanig dat deze woordkeuze nog enige tijd in mijn hoofd resoneert. In dit geval ging het om een meneer die ik vanaf de feestdagen tot ver in...
Doen we ons werk goed?
In deze blog deel ik een simpel compliment dat ik onlangs van een patiënt kreeg en waar ik blij van werd. Want wanneer doe je je werk als geestelijk verzorger goed? Voor sommige zorgprofessionals en...
Horror kerst
Ik moet in groep zeven hebben gezeten toen ik ergens in het najaar bij mijn beste vriend op bezoek ging. Hij woonde precies tien huizen verderop. Hij had een hele zolder tot zijn beschikking en toen...