Geschiedenis RKZ

De eerste plannen voor de bouw van een ziekenhuis in Beverwijk dateren uit 1917. Doctor D.A. Boon, huisarts uit Beverwijk, hield toen een rede in Hotel Ter Burg waarin hij ervoor pleitte dat de sterk groeiende gemeente een ziekenhuis zou moeten hebben. Zijn rede viel niet helemaal toevallig gelijk met de eerste plannen voor een Nederlands hoogovenbedrijf. 

In 1920 kwam de bouw van een ziekenhuis opnieuw ter sprake. Directe aanleiding was een gebeurtenis in het huis van de Beverwijkse ondernemer Stoutenbeek. Zijn vrouw had ernstige complicaties bij haar zwangerschap en moet ’s nachts naar het ziekenhuis in Haarlem vervoerd worden. Stoutenbeek legt dan de gelofte af dat hij, als vrouw en kind gezond thuiskomen, een ziekenhuis zal bouwen.

Tegenslag

Meteen nog in 1920 wordt een comité opgericht voor de bouw van het ziekenhuis. In het comité hebben allerlei leden vanuit verschillende lagen van de bevolking zitting. Het is echter een grote tegenslag wanneer de bisschop van Haarlem besluit dat hij het Beverwijkse plan niet wil steunen. De katholieke leden stappen op uit het comité en de initiatiefnemers zijn terug bij af.

Ondanks de tegenslag ziet in 1922 de Vereeniging Ziekenhuis voor Beverwijk en Omstreken het licht. De fondsen voor de bouw en eerste exploitatie van het ziekenhuis worden geworven onder de inwoners van Beverwijk, Wijk aan Zee en Velsen-Noord. Omdat het nieuwe ziekenhuis patiënten van alle gezindten wil behandelen, wordt in 1924 contact gezocht met het Nederlandse Rode Kruis. De gesprekken met het Rode Kruis verliepen zeer positief en de Beverwijkse Vereeniging werd omgezet in een afdeling van het Rode Kruis.

Het laatste grote struikelpunt was de subsidie die nodig was om het ziekenhuis te exploiteren. Hiervoor was een beroep gedaan op de gemeente. Met een nipte meerderheid werd de subsidie toegekend. De bouw kon nu daadwerkelijk beginnen.

Op de foto van links naar rechts. De secretaris van het Nederlandse Rode Kruis de heer P.W. Kanter, de burgemeester jhr. J.W.C. Strick van Linschoten, ZKH Prins Hendrik, de voorzitter van het Nederlandse Rode Kruis in Beverwijk Drs. G.B. Westenburg en de bestuursleden van het RKZ. Ir. Ingen housz en Dr. Büller.

Opening en groei

In september 1927 opent ZKH prins Hendrik als voorzitter van het Nederlandse Rode Kruis het ziekenhuis. Het had toen 27 bedden. In 1930 volgt de opening van het zusterhuis, ook door ZKH prins Hendrik. In de beginperiode van het RKZ was het niet toegestaan dat het verplegend personeel werd geworven onder de plaatselijke bevolking. Men was bang dat dat ten koste zou gaan van de privacy van de patiënten. Pas aan het eind van de vijftiger jaren werd door de directie toegestaan dat er personeel uit de regio werd aangenomen.

dr. L.J. Büller

De eerste chirurg en tevens bestuurslid van het Rode Kruis Ziekenhuis werd dr. L.J. Büller uit Heerlen. Op 23 oktober 1926 wordt hij benoemd tot chirurg bij het RKZ, tevens is hij daar gynaecoloog. Zijn benoeming in het RKZ werd ondersteund door Ir. Ingen Housz die in het bestuur zat. Ir. Ingen Housz was één van de directeuren van Hoogovens en zag onmiddellijk het nut in van de veelzijdige en ervaren arts. Op 9 april 1944 werd Dr. Büller in de deuropening van zijn huis neergeschoten door de Duitse bezetter als represaillemaatregel.

Na de Tweede Wereldoorlog groeit Beverwijk bijna uit zijn voegen door de sterke industriële ontwikkeling. Er worden telkens stukjes bijgebouwd. In 1954 zijn er daardoor 170 bedden.

Opening zusterhuis 1930

In 1965 wordt het ziekenhuis formeel losgemaakt van het Nederlandse Rode Kruis. Het blijft echter wel de naam Rode Kruis Ziekenhuis dragen. Tevens wordt halverwege de jaren ’60 begonnen met een omvangrijk project: de bouw van een nieuw ziekenhuis op de plek van het oude ziekenhuis. De nieuwbouw komt gereed in 1974.

De opeenvolgende chirurgen verwierven expertise in de opvang en de behandeling van patiënten met bij Hoogovens opgelopen verwondingen, vaak brandwonden. Prof. dr. R.P. Hermans (1926-2008) raakte in het begin van de jaren vijftig onder de indruk van de complexe problematiek van de brandwondenslachtoffers. Hermans kreeg een medestander in de persoon van de anesthesist R.E. Spijker. Door hun inzet en publiciteit werd het ziekenhuis in Beverwijk het eerste brandwondencentrum in Nederland. Patiënten met brandwonden werden vanuit het hele land doorverwezen naar het RKZ. In 1974 werd de Nederlandse Brandwonden Stichting opgericht. 

Het Sint Jozef Ziekenhuis

Ondertussen is in Heemskerk het katholieke Sint Jozef Ziekenhuis gebouwd. De initiatiefnemer en eerste directeur is de zeer charismatische huisarts J. Rolink. Ook het Heemskerkse ziekenhuis groeit snel: in 1978 krijgt het een nieuw onderkomen met 266 bedden. Spoedig hierna komt het Sint Jozef Ziekenhuis in financiële problemen en grijpt de overheid stevig in.

Fusie: Stichting Rode Kruis Ziekenhuis

In de jaren ’80 wordt op last van de overheid een fusie ingezet tussen de beide ziekenhuizen. Het totaal aantal bedden moet teruggebracht worden van 502 naar 375. De fusie leidt tot veel emotie, maar de overheid zwicht niet. In 1988 wordt de fusie een feit en gaan beide ziekenhuizen door het leven als de Stichting het Rode Kruis Ziekenhuis. Gedurende ongeveer vijf jaar kent het Rode Kruis Ziekenhuis twee locaties, maar vanaf 1993 zijn alle activiteiten gesitueerd in Beverwijk. In Heemskerk blijft nog wel een polikliniek bestaan, de zogenaamde buitenpoli. 

Zorg van de Zaak

In augustus 2014 werd het RKZ overgenomen door Zorg van de Zaak. Zorg van de Zaak heeft een netwerk van zorgbedrijven. Op 1 januari 2021 werd de samenwerking met Zorg van de Zaak beëindigd. De aandelen blijven in handen van de grootaandeelhouder Swaanswijck B.V. 

 

Bron: Noord-Hollands Archief, het Historisch Genootschap Midden-Kennemerland en Museum Kennemerland