In deze blog deel ik een simpel compliment dat ik onlangs van een patiënt kreeg en waar ik blij van werd. Want wanneer doe je je werk als geestelijk verzorger goed? Voor sommige zorgprofessionals en bij sommige patiënten is dat nogal evident.

Het zichtbare en onzichtbare in de zorg
Als je als arts een zieke patiënt helpt beter te worden door jouw ingrijpen, dan heb je je werk goed gedaan en krijg je daar terecht complimenten voor. Een verpleegkundige wordt dankbaar benaderd als zij/hij de medische handelingen beheerst en ook weet te ‘levelen’ met de patiënt. Het optreden van de zorgprofessionals is soms letterlijk van levensbelang voor mensen en zij zijn daar terecht dankbaar voor. Voor een geestelijk verzorger is het wat minder uitgesproken en soms ook minder duidelijk wanneer het werk goed wordt gedaan. En het effect is niet altijd zichtbaar of te meten. Wat voor de ene patiënt goed is, slaat bij de andere patiënt niet aan. En soms is het werk net als een zaadje: je zaait iets en pas na een langere tijd zie je een groen blaadje. Of er komt niets.

Een persoonlijk voorbeeld
Maar soms is het ook anders. Een tijdje geleden bezocht ik een keer of vier een patiënt op de PAAZ. Het waren vier langere gesprekken, waarin soms ook stiltes vielen en de patiënt me strak aankeek. In het begin werd ik er onrustig van: was het spot die ik in de ogen zag? Of angst? Hij deelde heftige dingen. Maar na verloop van tijd overwon ik mijn eigen onrust en kon hem in het tweede en derde gesprek met openheid blijven aankijken, ook als er stiltes vielen. De stiltes bleken vruchtbaar te zijn. Langzaamaan deelde hij veel van zijn levensverhaal, zijn relaties en vooral zijn levensangst en doodswens.

De kracht van luisteren en delen
Na verloop van tijd ging het beter met hem en kon hij het ziekenhuis verlaten. Het moment brak aan dat we afscheid namen. En nadat we wat vooruitblikten op de toekomst, zei hij terloops: ‘Ja, en ik wilde u nog even bedanken voor de gesprekken, want altijd als u wegging voelde ik me beter’. Terwijl hij dit zei, was zijn blik en uitstraling veel rustiger dan in het begin van het contact. Ik vond het een simpel, maar prachtig compliment en werd er blij van. De dagen erna dacht ik regelmatig aan deze patiënt terug. De ontmoeting had hem gebracht dat hij zich, in ieder geval een tijdje na ons gesprek, beter voelde. Hij had kennelijk ervaren dat hij zijn verhaal kon delen en dat het door mij werd ontvangen en dat ik hem ook iets had teruggegeven. En met zijn waardering gaf hij mij ook iets terug en maakte dat ik blij werd met het werk dat ik deed, hoewel er geen grootse resultaten te meten waren.

Jeanine Geijtenbeek
Geestelijk verzorger