Het aantal keren dat ze bij ons in het ziekenhuis heeft gelegen, kan ik niet meer tellen. Soms zat er langere tijd tussen de opnames en dan weer zagen we haar een paar keer per maand. Haar longen gingen steeds verder achteruit. ‘Zo gaat het niet meer, laat ook maar, mijn kist staat al klaar’, hoorden we elke opname. Maar dan knapte ze toch weer wat op en was het leven toch nog te mooi om al afgelopen te zijn. En elke opname vroeg zij aan mij of mijn collega om even met haar naar de stilteruimte te gaan. Daar brandden we een kaarsje bij Maria, haar naamgenoot.

 

De laatste tijd kwam ze steeds vaker. In paniek belde ze dan thuis 112, omdat ze niet meer op adem kon komen. Maar in het ziekenhuis kon ze het ook niet vinden. Steeds vaker gingen de gesprekken over het einde van haar leven. Aan de ene kant zou het een opluchting zijn, aan de andere kant wilde ze haar nieuwe achterkleinkind nog graag leren kennen.

De laatste keer dat ik haar zag, was ze eruit: ze ging naar huis met terminale thuiszorg en als het echt niet meer zou gaan, zou de huisarts er thuis voor zorgen dat ze niet benauwd zou zijn en rustig zou kunnen overlijden. We gingen nog een kaarsje branden en terug op de kamer liet ze me nog wat zien: haar rouwkaart, zonder overlijdensdatum nog. Een prachtige, kleurrijke kaart vol met haar foto’s, op verschillende momenten in haar leven, van jong tot nu.

‘En dan nog wat’, zei ze. ‘Zodra er zo’n nieuw blaadje van het ziekenhuis uit is, zoek ik jullie stukje op. Ik vind ze altijd zo mooi. En nou dacht ik: kun je niet een stukje over mij schrijven?’ Er zat wel enige haast bij, want ze wilde het nog wel graag zelf lezen.

Bij deze dan, lieverd, we gaan je missen in het ziekenhuis.

Meer ervaringsverhalen

Blog: ‘Pasen’

Pasen is misschien een wat ongrijpbare feestdag voor patiënten. Natuurlijk er wordt meer aandacht besteed aan het menu, mensen verlangen misschien nog meer dan normaal naar het eigen leven. Maar...

Lees meer

‘Cheeseburger zonder augurk’

Samen kijken we, genietend van een burger en milkshake, uit over de ronkende pijpen van Tata Steel. We zijn stil, het is rustig op de kamer. De hand van Rina gaat voorzichtig van haar bord naar haar...

Lees meer

‘Kerst’

Als kind vond ik het prachtig om met mijn ouders naar het verkeerspark in Assen te gaan, niets mooiers om in een trapauto de hele dag het verkeer te simuleren. Wie staat waar, waar gaan we naartoe?...

Lees meer