Bloedafname, inleveren urine en ontlasting

← Specialismen en afdelingen

Contact

Telefonisch bereikbaar op werkdagen van 08.00 – 16.30 uur.

Daarbuiten alleen voor spoedgevallen via de receptie.

Wachtruimte 40, eerste verdieping.

Op verzoek van uw arts doen wij laboratoriumonderzoek. Hierdoor kan meer duidelijk worden over de oorzaak van uw klachten, het verloop van een ziekte en het resultaat van een behandeling.

Bloedafname locaties van het laboratorium van het Rode Kruis Ziekenhuis

Het laboratorium van het Rode Kruis Ziekenhuis heeft meerdere locaties in de regio waar u terecht kunt voor bloedafname. Deze prikposten vindt u in Beverwijk, Heemskerk, Castricum, Uitgeest, Velsen-Noord, IJmuiden en Wijk aan Zee. Deze prikposten zijn alleen in de ochtend geopend, alleen de prikpost in het ziekenhuis zelf en op het parkeerterrein tegenover het ziekenhuis zijn tot 16.30 uur open. Deze laatste prikpost op het parkeerterrein is onze hoofdlocatie voor bloedafname. Voor de meest gangbare onderzoeken kunt u op alle prikposten terecht, maar het kan zijn dat er onderzoeken zijn aangevraagd waarvoor u alleen bij de prikpost op het parkeerterrein terecht kunt. Of dit zo is, vindt u op de laboratoriumbrief die u van uw arts heeft meegekregen of in de email die u door uw arts heeft toegestuurd gekregen. Wanneer u online uw prikafspraak maakt met behulp van het ordernummer van het onderzoek (onder de streepjescode), dan wordt dit automatisch op de achtergrond gekeken naar welke onderzoeken er zijn aangevraagd en op welke prikpost, dag en tijd u daarvoor terecht kunt. Zo is een afspraak maken met behulp van het ordernummer een stuk gemakkelijker geworden. 

Bloedafname, inleveren van urine, ontlasting of sperma alléén op afspraak

Sinds november 2020 werken wij alléén op afspraak voor zowel de bloedafname als het inleveren van urine, ontlasting of sperma. Een afspraak maakt u eenvoudig zelf online op rkz.prikafspraak.nl . Heeft u hulp nodig bij het online maken van een afspraak, kijkt u dan bij https://www.rkz.nl/bloedprikken waar een een video met een stappenplan vindt hoe u eenvoudig online een afspraak maakt.

Welke bloedafname bij welke poli?

Wanneer u via rkz.prikafspraak.nl een afspraak maakt (met of zonder ordernummer) voor bloedafname, zult u merken dat u voor sommige bloedafnames niet zelf de locatie kunt kiezen, maar dat het systeem u een specifieke prikpost, dag of tijd toewijst.
Voor bloedafname bij kinderen (2-7 jaar) nodigen we u uit bij de RKZ prikpoli op het parkeerterrein aan de Vondellaan 10.
Voor bloedafname bij baby’s (0-1 jaar) is dit in het RKZ bij het laboratorium, op de 1e verdieping bij wachtruimte 40.
De bloedafname voor NIPT is mogelijk op vier bloedafname locaties van het Rode Kruis Ziekenhuis, namelijk bij de prikpoli op het parkeerterrein tegenover het ziekenhuis, bij poli Heemskerk (Mozartstraat Heemskerk), poli Uitgeest (Molenstraat Uitgeest) en in Geesterhage (Geesterduinweg Castricum). Bloedafname op vrijdag voor NIPT is helaas niet mogelijk. Ook rondom feestdagen is er een beperktere mogelijkheid voor bloedafname voor NIPT. Dit komt omdat het laboratorium dat het NIPT onderzoek uitvoert gesloten is en de afgenomen buizen een beperkte houdbaarheid hebben.

Hulp bij het maken van een online afspraak

Op https://www.rkz.nl/bloedprikken/ is in een video met stappenplan te zien hoe u eenvoudig online een afspraak maakt.
Wij hebben veel gestelde vragen hieronder voor u op een rijtje gezet.

Het laboratorium van het Rode Kruis Ziekenhuis

Op het laboratorium in het RKZ is 24 uur per dag, 7 dagen in de week personeel aanwezig. Zij verzorgen de bloedafnames op de diverse verpleegafdelingen en de Spoedeisende Hulp. Ook verrichten zij analyses. Het laboratorium voert de meest voorkomende onderzoeken in bloed, urine en andere lichaamsvochten uit. U kunt hieronder meer lezen over de verschillende soorten onderzoeken. Deze onderzoeken vinden altijd plaats op aanvraag van een medisch specialist, huisarts, verloskundige of verpleeghuisarts.

Trombosedienst

Lees meer over de Trombosedienst. Per 20 februari 2023 zijn alle doseeractiviteiten van Trombosedienst Beverwijk overgedragen aan de trombosedienst van Starlet-DC in Alkmaar. Alle patiënten van Trombosedienst Beverwijk en de (huis)artsen in de regio zijn hier in een persoonlijke brief geïnformeerd.

Uw bezoek

U bent naar het laboratorium doorgestuurd door uw (huis)arts of verloskundige. Bij uw bezoek neemt u het volgende mee:

  • ziekenhuispas
  • identiteitsbewijs
  • zorgverzekeringspas

Voor sommige bloedonderzoeken moet u nuchter blijven, een dieet volgen of heeft u andere instructies gekregen.

Nuchter blijven

Voor verschillende bloedonderzoeken moet u nuchter zijn omdat eten en/of drinken de uitslag kan beïnvloeden.

Nuchter zijn betekent dat u na 23:00 uur niet meer mag eten, drinken of roken. Een klein beetje water is wel toegestaan, tenzij er uitdrukkelijk aan u is medegedeeld dat dit ook niet mag.

Gebruikt u medicijnen? Overleg dan met uw arts of u deze wel, niet, of misschien na het onderzoek moet innemen.

Onderzoeken (meest voorkomende) waarvoor u nuchter dient te zijn:

  • Glucose nuchter
  • Homocysteïne
  • Methionine belastingtest
  • Ammoniak
  • GTT (glucose tolerantie test)

Dieet volgen

Voor enkele laboratoriumonderzoeken is het nodig vooraf of tijdens het onderzoek een dieet te volgen. Afhankelijk van het onderzoek, duurt dit dieet één of meerdere dagen.

Gebruikt u medicijnen? Overleg dan met uw arts of u deze wel, niet, of misschien na het onderzoek moet innemen.

Het meest voorkomende onderzoek waarvoor een dieet moet worden gevolgd is:

  • GTT (Glucose Tolerantie Test)

Andere instructies

Voor enkele onderzoeken gelden speciale voorwaarden bij bloedafname, bijvoorbeeld:

  • Het tijdstip van de bloedafname. Voorbeeld: van sommige hormonen zijn er ’s ochtends meer van in het bloed dan ’s avonds. Voor een goede uitslag is het van belang op een bepaald tijdstip bloed af te nemen. Is dit het geval, dan heeft uw arts dit aan u uitgelegd.
  • Krijgt u een bloedtransfusie? Of staat voor u een operatie gepland? Dan is ook het tijdstip erg belangrijk. Voorafgaand aan de transfusie/operatie wordt eerst uw bloed onderzocht, bijvoorbeeld op bloedgroep en Rhesusfactor.  Er moet voldoende tijd zitten tussen de afname en de transfusie/operatie.
  • Voor sommige onderzoeken is het belangijk om ‘in rust’ te zijn. Dit betekent dat u bijvoorbeeld eerst een half uur rustig moet zitten of liggen voordat een bloedmonster kan worden afgenomen.
  • Tijdstip medicijninname. Bij onderzoek ter controle van medicijngebruik, vraagt men u hoe laat u de medicijnen heeft ingenomen. Ook dit is belangrijke informatie.
  • Logistieke voorwaarden. Soms moet een bloedmonster voor een speciaal onderzoek vóór een bepaalde tijd in een ander ziekenhuis of onderzoeksinstituut aanwezig zijn. Het bloed moet tijdig zijn afgenomen om veilig en tijdig transport te kunnen regelen.
  • Wachten na afname. In een enkel geval moet na bloedafname even worden gewacht omdat het bloed meteen wordt onderzocht. Mocht het onderzoek over gedaan moeten worden, dan vindt er direct opnieuw een bloedafname plaats.

Bloedonderzoek

Bloed is het meest bekende menselijk materiaal dat onderzocht wordt. Bloed bestaat voor ongeveer 55% uit plasma of serum en ongeveer 45% bloedcellen. In het plasma (90% water) bevinden zich eiwitten, mineralen en andere stoffen (bijv. hormonen, vitamines, afweerstoffen, bouwstoffen, afvalstoffen etc.). Meestal wordt daarom het plasma onderzocht.

Er zijn 3 soorten bloedcellen: rode bloedcellen (erytrocyten), witte bloedcellen (leukocyten) en bloedplaatjes (trombocyten). De rode zorgen voor zuurstoftransport door het lichaam, de witte zijn betrokken bij de afweer tegen bacteriën en virussen en de bloedplaatjes zorgen voor de bloedstolling.

Bloedafname

Bloed kan op drie verschillende wijzen worden afgenomen:

  • via een vingerprik of hielprik (baby): capillair
  • via een ader in de elleboogholte of soms de hand: veneus
  • via een slagader in de pols of lies: arterieel

De wijze van afname hangt af van de hoeveelheid bloed dat nodig is, van het soort onderzoek en/of van de leeftijd van de patiënt.

Capillair en veneus bloed wordt meestal door medewerkers van het laboratorium afgenomen, maar arterieel bloed wordt altijd door een arts geprikt. Afhankelijk van de soort(en) testen worden één of meer verschillende soorten buisjes afgenomen.

Controle

Vóór de bloedafname, vragen we altijd naar uw naam en geboortedatum. En als een bloedgroep wordt aangevraagd, controleren we ook uw voorletters en eventueel uw meisjesnaam of zelfs uw adres. Wij willen er zeker van zijn dat wij de juiste persoon voor ons hebben. Daarom is het vragen van de geboortedatum een extra identificatiemiddel. Het is in uw en ons belang dat de juiste patiënt geprikt wordt!

Redenen bloedafname

We nemen bloed af voor:

Algemeen klinisch chemisch onderzoek

Algemeen klinisch chemisch onderzoek is het meten van hoeveelheden aan stoffen/componenten die in de verschillende lichaamsvloeistoffen aanwezig zijn.

Het gaat onder meer om natrium, glucose, eiwit, ijzer, cholesterol en verschillende enzymen in het bloed. Door de meting van de concentratie van deze stoffen kan informatie verkregen worden over het functioneren van bijvoorbeeld de nieren, lever en hart.

De meeste analyses van deze groep kunnen dag en nacht verricht worden.

Hematologisch onderzoek

Hematologisch onderzoek is onderzoek van de verschillende soorten bloedcellen. Het omvat onder meer het tellen van het aantal bloedcellen, en het bepalen van het vóórkomen van de verschillende soorten cellen en het stadium van de ontwikkeling waarin zij verkeren.

Deze celtellingen kunnen belangrijke informatie geven over de productie van de rode en witte bloedlichaampjes en de bloedplaatjes in het lichaam en hun onderlinge verhouding.

Dit onderzoek is onder andere van belang voor het vaststellen en vervolgen van bloedziekten, zoals leukemie, lymfeklieraandoeningen, verschillende vormen van bloedarmoede.

Stollingsonderzoek

Bij dit onderzoek gaat het om het opsporen van defecten in de bloedstolling. Het kan gaan om een tekort of juist een teveel aan stollingsactiviteit van het bloed.

De meest bekende ziekte, waarbij een stolling(sfactor) ontbreekt is hemofilie (bloederziekte). Bij een verhoogde stolling(sneiging) bestaat het risico op trombose.

Soms moet bij patiënten de stolling kunstmatig laag gehouden worden met het dagelijks gebruik van medicijnen (antistollingsmedicatie). Bijvoorbeeld Sintrom. Het bloed moet dan regelmatig worden gecontroleerd via een stoltest. De uitkomst van de test bepaalt of de dosering van de medicijnen moet worden aangepast.

Voorbereiding op bloedtransfusie

Bij het verrichten van grote operaties is vaak een bloedtransfusie nodig. Ook bij bepaalde ziekten kan het voorkomen. Om ongewenste (en soms levensbedreigende) bijwerkingen van een bloedtransfusie tot een minimum beperken wordt een aantal bloedtesten uitgevoerd.

De testen worden uitgevoerd bij het pre-operatieve onderzoek. Hiertoe behoren het bepalen van de bloedgroep en de Rhesusfactor.

Bovendien wordt het bloed onderzocht op de aanwezigheid van (ongewenste) antistoffen tegen rode bloedcellen met minder voorkomende bloedgroepen. Zonodig kan dan tijdig een bijpassende donor worden gezocht.

De kruisproef is één van de laatste testen die uitgevoerd worden bij patiënten die een transfusie nodig hebben. Deze laboratoriumtest bestaat uit het bij elkaar voegen van serum van de ontvanger (patiënt) met rode bloedcellen van de donor. Bij een positieve kruisproef kan de bloedtransfusie niet doorgaan.

Immunologisch onderzoek (afweersysteem)

Immunologie is de wetenschap die zich richt op de bestudering van het afweermechanisme van het lichaam. Specifieke ‘snuffelmoleculen’ (‘monoklonale antilichamen’) blijken uitstekende hulpmiddelen te zijn bij heel veel onderzoek. Het onderzoek van deze moleculen is de basis van immunologisch onderzoek.

Tot het immunologisch onderzoek rekenen we onder andere de diagnostiek van allergieën en reuma en het bepalen van eiwitten en immuunglobulinen die betrokken zijn bij het afweersysteem.

Endocrinologisch onderzoek (hormonen)

Het endocrinologisch onderzoek is het onderdeel van de klinische chemie dat zich bezighoudt met de hormonen. In het laboratorium kunnen we relatief kleine hoeveelheden hormonen in het bloed snel en nauwkeurig meten.

Hierdoor kunnen verschillende ziektebeelden beter worden vastgesteld en kan er een juiste behandeling worden gestart en vervolgd. Bijvoorbeeld bij schildklierafwijkingen en vruchtbaarheidsproblemen.

DNA onderzoek (erfelijk materiaal)

Door de ontwikkeling van de ‘moleculaire diagnostiek’ is er veel meer bekend over ziekten die hun oorsprong hebben in ‘DNA defecten’. Ziekten als sikkelcel anemie, hypercholesterolemie en leukemie kunnen bijvoorbeeld het gevolg zijn van defecten in het DNA.

Vandaag de dag is het opsporen van bekende defecten in het DNA niet meer zo ingewikkeld. Meer en meer ziekten kunnen met behulp van moleculaire diagnostiek in steeds kortere tijd en tegen lagere kosten worden uitgesloten of vastgesteld.

Meer informatie

Voor meer laboratoriumtest-specifieke informatie kunt u terecht op de website van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde (nvkc.nl) met daarin een apart gedeelte met informatie voor patiënten (allesovertesten.nl). Hierin vindt u alle informatie over testen, van specifieke informatie per laboratoriumtest tot informatie over zelftesten.

Onderzoek ontlasting

Ontlasting (poep/feces) kan worden onderzocht om de spijsvertering te controleren of om bloedingen in de darmen op te sporen.

Het is normaal dat er in ontlasting bacteriën zitten. Bij onderzoek zoeken we regelmatig naar bacteriën die normaliter niet in de ontlasting voor mogen komen. Ook wordt soms naar parasieten gezocht.

Ontlasting inleveren

Als u ontlasting, ook wel ‘feces’ genoemd, moet inleveren, dan vangt u dit altijd op in een schoon, nieuw potje. Alleen fecespotjes die expliciet daarvoor bestemd zijn worden in ontvangst genomen. Dit is om beïnvloeding van het onderzoek door eventuele vervuiling (dit geldt ook voor schoonmaakmiddelen!) te voorkomen.

Een fecespotje is gratis af te halen bij het poliklinisch afnamelaboratorium van het RKZ of te koop bij de drogist of apotheek. Het potje moet minimaal voor een kwart en maximaal voor driekwart gevuld zijn. Anders gevulde potjes worden niet in ontvangst genomen.

24-uurs feces

Voor sommige onderzoeken is het nodig dat de ontlasting gedurende 24 uur wordt verzameld: dit noemen we ’24-uurs feces’. Als u feces moet inleveren, dan kunt u zelf bepalen op welke dag en op welk tijdstip u wilt beginnen. Normaal gebeurt het zo:

Op de dag dat u met het verzamelen begint, poept u bij het opstaan in het toilet en noteert u de datum en tijd. In de nu volgende 24 uur moet u ontlasting verzamelen in de daarvoor bestemde verzamelpot. Deze kunt u afhalen bij het poliklinisch afnamelaboratorium in het RKZ en moet u koel en donker te bewaren.

De volgende morgen, op hetzelfde tijdstip als waarop u 24 uur eerder met verzamelen begon, poept u voor de laatste maal in de verzamelpot. U noteert weer de datum en tijd. De pot met ontlasting moet zo snel mogelijk op het poliklinisch afname laboratorium worden ingeleverd.

Vermeld duidelijk op de verzamelpot:

  • uw naam
  • uw geboortedatum
  • periode (datum en tijdstip) van verzamelen

Onderzoek hersen- of ruggenmergvocht

Hersen- of  ruggemergvocht (‘liquor’) bevindt zich, zoals de naam al zegt, in de hersenen en in het ruggemerg. Het is een heldere kleurloze vloeistof, die wordt verkregen door een punctie tussen twee wervels. Een neuroloog voert de punctie uit.

Laboratoriumonderzoek van liquor is een hulpmiddel bij het vaststellen of uitsluiten van ziekten van neurologische aard. Eén van de meest bekende is meningitis (hersenvliesontsteking).

Het team

Bij het KCL zijn zo’n 60 mensen werkzaam. Zij werken op verschillende afdelingen die bij het laboratorium horen:

  • Op het laboratorium zelf
  • Op het poliklinisch afnamelaboratorium in het RKZ
  • Bij één van de prikposten in de omgeving

De Nederlandse klinisch chemische laboratoria behoren tot de beste van de wereld. Ze staan onder leiding van een klinisch chemicus of laboratoriumarts. Het onderzoek gebeurt door gediplomeerde klinisch chemisch (medisch) analisten.

Nationaal georganiseerde kwaliteitscontroleprogramma’s waarborgen een voortdurend hoge kwaliteit van het werk.

→ overzicht specialisten

Wie staat er aan mijn bed?
Vaak krijg je in het ziekenhuis meerdere zorgverleners aan je bed. De website https://www.wiestaateraanmijnbed.nl/ geeft duidelijke tekst en uitleg over de meest voorkomende zorgverleners in het ziekenhuis.

De uitslag van uw onderzoek

Wilt u weten hoe lang het duurt totdat de uitslag bekend is? Vraagt u hier dan naar tijdens uw bezoek aan het laboratorium of één van de prikposten.

Het meeste (routine)onderzoek is dezelfde dag of enkele dagen later bekend, maar het kan ook enkele weken duren. Dit komt doordat het laboratorium ook onderzoeken opstuurt naar andere ziekenhuizen of instellingen. Dit betreft vaak specialistisch onderzoek dat maar op enkele plaatsen in het land en niet dagelijks gedaan wordt.

Het meeste laboratoriumonderzoek voeren we echter zelf in het RKZ uit. Sommige van deze testen gebeuren ook niet dagelijks. Ook kan het zijn dat uit het testresultaat blijkt dat automatisch vervolgonderzoek moet plaatsvinden. Dit levert vertraging op.

Aan wie?
De uitslag wordt doorgegeven aan de aanvragend arts en niet aan de patiënt zelf. De arts is de enige persoon die uw uitslagen op waarde kan beoordelen omdat deze u (en uw ziektebeeld) kent. Een uitslag kan voor de ene patiënt afwijkend zijn, terwijl dezelfde uitslag voor een andere patiënt binnen de grenzen valt. Het laboratorium zal dan ook aan de patiënt zelf geen uitslagen verstrekken.

Hoe?
Bij (redelijke) spoed wordt de uitslag telefonisch of per fax doorgegeven.

Een uitslag wordt altijd schriftelijk (één keer per dag) of elektronisch (enkele keren per dag) doorgegeven, ook als dit eerder via telefoon of fax is gebeurd.

De meeste huisartsen krijgen geen schriftelijke rapportage meer. Zij zijn aangesloten op een computernetwerk. Via dit netwerk geeft het RKZ laboratoriumuitslagen en rapportages van andere afdelingen door aan de huisartsen. Voordelen hiervan zijn dat de arts sneller de uitslagen heeft en dat deze direct in zijn of haar computer zitten.

Naast uitslagen ontvangt de aanvragende arts per test ook altijd ‘referentiewaarden’ gemiddelde waarden bij een ‘gezonde’ groep mensen. Hierdoor kan de arts de uitslag beter beoordelen.

Sterk afwijkende uitslagen
Soms zijn uitslagen zo sterk afwijkend dat de aanvragende arts direct actie moet ondernemen. Voor dit soort situaties zijn tussen de artsen en het klinisch chemisch laboratorium afspraken gemaakt. De laboratoriumuitslag wordt zo snel mogelijk doorgebeld naar de aanvragend arts en als hij of zij niet aanwezig is de vervanger (doktersdienst).

Mijn RKZ
Via het RKZ Zorgportaal ‘mijn.rkz.nl‘ kunt u inzicht krijgen in afspraken, informatiefolders etc. maar ook kunt u via dit portaal uw eigen dossier inzien met daarin de uitslagen van het laboratoriumonderzoek. Dit zijn zowel de uitslagen van onderzoek aangevraagd door uw specialist alsook aangevraagd door uw huisarts. Voor informatie over de kosten en vergoeding van laboratoriumdiagnostiek zijn de medewerkers van de RKZ zorgadministratie beschikbaar of kunt u contact opnemen met uw zorgverzekeringsmaatschappij.

 

Urineonderzoek

Urine bevat allerlei stoffen die door de nieren uit het bloed zijn verwijderd (bloedzuivering). De samenstelling van urine kan ons iets leren over het functioneren van de nieren en over de samenstelling van het bloedplasma.

Via urineonderzoek verkrijgen we belangrijke gegevens over de nieren en de urinewegen. Dit geldt in het bijzonder voor het onderzoek van het urinesediment: het onder de microscoop bekijken van een concentraat van de urine.

Vaak is de vraag bij urineonderzoek: is er wel of geen urineweginfectie (blaasontsteking) bij de patiënt. De urine wordt dan onderzocht op de aanwezigheid van witte bloedcellen (leukocyten) en bacteriën.

Maar urineonderzoek kan ook nuttige gegevens opleveren over stoornissen die zich niet voordoen in de nieren en de urinewegen. Bijvoorbeeld glucosurie (in de volksmond ‘suiker in de urine’) bij diabetes mellituspatiënten (suikerziekte).

Verse urine

Voor de meeste urineonderzoeken wordt verse ochtendurine gebruikt. Wanneer urine lang blijft staan kan de oorspronkelijke samenstelling veranderen, bijvoorbeeld door bacteriegroei.

Urine inleveren

Wanneer u urine moet inleveren, dan vangt u dit altijd op in een schoon, nieuw bekertje. Alleen bekertjes die expliciet daarvoor bestemd zijn worden in ontvangst genomen. Dit is om beïnvloeding van het onderzoek door eventuele vervuiling (dit geldt ook voor schoonmaakmiddelen!) te voorkomen.

Een urinebekertje is gratis af te halen op het poliklinisch afnamelaboratorium in het RKZ, of te koop bij de drogist of apotheek. Soms kunt u een urinebekertje krijgen via uw huisarts.

Tijdstip

Afhankelijk van het soort onderzoek is de eerste ochtendurine nodig, of die van een ander willekeurig tijdstip. Voor alle urine geldt dat deze binnen 2 uur na het opvangen op het laboratorium moet zijn voor een goed onderzoeksresultaat.

24-uurs urine

Voor sommige onderzoeken is het nodig dat de urine gedurende 24 uur wordt verzameld: dit noemen we  ’24-uurs urine’.

Als dit van u gevraagd wordt, dan kunt u zelf bepalen op welke dag en op welk tijdstip u wilt beginnen. Meestal gebeurt het als volgt:

Op de dag dat u met het verzamelen begint, plast u bij het opstaan in het toilet en noteert u de datum en tijd. In de nu volgende 24 uur moet u alle urine verzamelen in het daarvoor bestemde verzamelpot.

Deze pot, ook wel bokaal of verzamelfles genoemd, kunt u ophalen bij het poliklinisch afname laboratorium. De bokaal met urine moet koel en donker bewaard worden. Let op! Soms doet het laboratorium wat conserveringsvloeistof in de fles. Dit moet u in de fles laten zitten. Wees voorzichtig: deze vloeistof is sterk bijtend!

De volgende ochtend, op hetzelfde tijdstip als waarop u 24 uur eerder met verzamelen begon, plast u voor de laatste maal in de bokaal. U noteert weer de datum en tijd. De urine moet zo snel mogelijk op het poliklinisch afname laboratorium worden ingeleverd.

Vermeld duidelijk op de bokaal:

  • uw naam
  • uw geboortedatum
  • de periode (datum en tijdstip) van verzamelen

Spermaonderzoek

U kunt gevraagd worden sperma in te leveren voor laboratoriumonderzoek. Er zijn drie soorten spermaonderzoek. Voor alle drie de onderzoeken geldt dat het zeer belangrijk is dat het sperma bij lichaamstemperatuur, in een daarvoor bestemde container/verzamelpotje, direct naar het laboratorium wordt gebracht.

Wanneer u met de arts afspreekt om sperma onderzoek te laten doen, krijgt u van de assistente of op het laboratorium schriftelijk instructies mee om er voor te zorgen dat het monster op juiste wijze wordt vervoerd en ingeleverd.

1. Vruchtbaarheidsonderzoek

Het laboratorium kan sperma onderzoek doen in het kader van fertiliteits (vruchtbaarheids)onderzoek bij de man. Het onderzoek is bewerkelijk en neemt enige tijd in beslag. Daarom kan het alleen op afspraak. Voor een afspraak neemt u contact op met het laboratorium.

Voorafgaand aan dit onderzoek krijgt u:

  • een patiënteninstructie
  • vragenlijst
  • opvangcontainer/-potje

De arts die het onderzoek aanvraagt of een medewerker van de poli Gynaecologie hoort u dit te geven. Heeft u dit niet gekregen? Neem dan contact op met het laboratorium.

Leest u de instructie goed door. Er staan belangrijke adviezen op, onder andere voor het vervoer van het materiaal naar het laboratorium toe.

De ingevulde vragenlijst geeft u bij het inleveren van het sperma af bij het laboratorium. Uw antwoorden zijn van belang voor de interpretatie van de onderzoeksresultaten.

Bent u verhinderd zijn voor uw afspraak? Geeft u dit dan zo spoedig mogelijk door aan het laboratorium.

2. Controle na sterilisatie

Het onderzoek voor controle van het sperma na vasectomie (=sterilisatie van de man) wordt bij het laboratorium alleen op afspraak uitgevoerd. U kunt hiervoor telefonisch een afspraak maken bij het laboratorium.

Van de aanvragend arts of de poli Urologie ontvangt u een opvangcontainer/-potje, patiënteninstructie en vragenlijst. Heeft u deze niet gekregen? Neemt u dan contact op met het laboratorium.

Leest u de instructie vooraf goed door, hierop staan namelijk belangrijke adviezen voor o.a. vervoer van het materiaal naar het laboratorium toe. De ingevulde vragenlijst geeft u bij het inleveren van het materiaal af bij het laboratorium, deze is van belang voor de interpretatie van de onderzoeksresultaten.

3. Opwerking van het sperma voor IUI: intra-uteriene inseminatie

Wanneer u sperma moet inleveren voor ‘opwerking’ voor IUI (intra-uteriene inseminatie), dan maakt de poli Gynaecologie in overleg met u hiervoor een afspraak bij het laboratorium. Dit kan op maandag t/m zaterdagochtend om 8:00 uur of om 9:45 uur.

Voor deze afspraak krijgt u van de poli gynaecologie:

  • een opvangcontainer/-potje
  • een patiënteninstructie
  • een vragenlijst

Leest u de instructie goed door. Er staan belangrijke adviezen in voor onder andere vervoer van het materiaal naar het laboratorium.

De ingevulde vragenlijst geeft u bij het inleveren van het sperma af bij het laboratorium. Uw antwoorden zijn van belang voor de interpretatie van de onderzoeksresultaten.

Kom op tijd
Het is van groot belang dat u zich op het afgesproken tijdstip meldt en dat u zich kunt legitimeren. Bent u verhinderd? Geeft u dit dan tijdig door aan het laboratorium.

Andere onderzoeken

Naast bovenstaande materialen kunnen er nog diverse andere vochten/substanties uit het lichaam onderzocht worden. Bijvoorbeeld maagsap, knievocht of wondvocht.

Dit materiaal wordt veelal samen met een duidelijke vraagstelling bij het laboratorium ingeleverd. In overleg bekijken de aanvrager en het laboratorium of laboratoriumonderzoek het meest geschikt en mogelijk is om een antwoord op de vraag te geven.

Aandoeningen en behandelingen

Meer informatie
In de folders leest u meer informatie over de aandoeningen die wij behandelen en op welke wijze dat gebeurt.